Tom Jones
Henry Fielding
pp. 86-87 (Derde Boek, par. 2)

Aangezien wij ons, toen wij ons destijds neerzetten om deze geschiedenis op te tekenen, voornamen om niemand te vleien, maar onze pen steeds door de waarheid te laten leiden, zijn wij genoodzaakt onze held op een  aanzienlijk minder flaterende wijze ten tonele te voeren dan wij wel zouden willen, en zelfs bij zijn eerste optreden eerlijk te verklaren dat het de algemene opnie was, bij iedereen in meneer Allworthy's huis, dat hij zeker voor galg en rad zou opgroeien.
Werkelijk, het spijt me het te moeten zeggen, er was reden te over voor deze veronderstelling. Het joch had van kindsbeen af een neiging tot allerlei kattekwaad vertoond, en we speciaal tot en soort dat heel direct leidt tot het lot, dat zals wij zojuist vermeldden, voor hem werd geprofeteerd. Hij was reeds schuldig bevonden aan drie diefstallen, te weten het plunderen van een boomgaard, het stelen van een eend van een boerenerf en het gappen van een bal uit de zak van jongeheer Blifil.
De slechte eigenschappen van de jongeman werden bovendien nog verzwaard door het kwade licht waarin zij kwamen te staan wanneer men ze vergeleek met de deugdzaamheid van zijn kameraadje, de kleine Blifil, een jongeman uit zo ander hout gesneden dan de kleine Jones dat niet allen het huis, maar zelfde de hele buurt zijn lof zong. (....)
Een voorval dat zich ongeveer in deze periode afspeelde, zal de kritische lezer de karakters van beide jongelui duidelijker tonen dan de langste verhandeling vermag.

OORSPRONKELIJKE ENGELSE TEKST:

As we determined, when we first sat down to write this history, to flatter no man, but to guide our pen throughout by the directions of truth, we are obliged to bring our heroe on the stage in a much more disadvantageous manner than we could wish; and to declare honestly, even at his first appearance, that it was the universal opinion of all Mr Allworthy's family that he was certainly born to be hanged.

Indeed, I am sorry to say there was too much reason for this conjecture; the lad having from his earliest years discovered apropensity to many vices, and especially to one which hath as direct a tendency as any other to that fate which we have just now observed to have been prophetically denounced against him: he had been already convicted of three robberies, viz., of robbing an orchard, of stealing a duck out of a farmer's yard, and of picking Master Blifil's pocket of a ball.

The vices of this young man were, moreover, heightened by the disadvantageous light in which they appeared when opposed to the virtues of Master Blifil, his companion; a youth of so different a cast from little Jones, that not only the family but all the neighbourhood resounded his praises.
shape
shape
shape
shape
shape
shape
shape
shape
shape
shape
shape
shape
shape
College. Bart Keunen over Fielding, leest voor uit Tom Jones
Illustraties. Tom Jones
Tekstfragment. Nederlandse en Engelse oorspronkelijke tekst